NOM de norm, ook bij bestaande bouw

NOM de norm, ook bij bestaande bouw

Door het slim gebruiken van energiezuinige maatregelen in huis kan de energiemeter flink omlaag. Goed voor het milieu én de portemonnee. Wordt daarbij ook zelf energie opgewekt, dan kan dat zelfs een zogenaamde ‘Nul op de meter’ woning opleveren.

In nieuwbouw wordt dit komende jaren de norm en ook in oudbouw is een NOM predicaat mogelijk. Ook sociale woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars zetten bovendien vol in om hun woningportefeuille te verduurzamen.

Energieneutraal wonen
De laatste jaren is het energieverbruik binnen woningen en de utiliteitsbouw al flink gedaald. Onder andere door betere isolatie van daken, muren, vloeren, de plaatsing van hoogrendementsglas en het installeren van zuinigere ketels. Dit vormt de eerste stap naar energieneutraal wonen, want wat niet wordt gebruikt, hoeft niet te worden ingekocht of worden opgewekt.

Wat betekent nul op de meter? (NOM)

‘Nul op de meter’ is een term die wordt toegekend als er naast energiebesparende voorzieningen ook energieopwekkende maatregelen zijn genomen die per saldo het energieverbruik compenseren. Denk aan de plaatsing van zonnepanelen, een zonneboiler of warmtepomp. Dat allemaal tegen elkaar weggestreept, kan leiden tot een reductie van het netto verbruik tot helemaal nul.

Deels NOM wonen kan ook. Daarbij wordt zelfgeproduceerde energie, opgewekt door bijvoorbeeld zonnepanelen, teruggeleverd aan de energieleverancier wat met het verbruik wordt verrekend. Tot in ieder geval 2023 geldt daar de voordelige salderingsregeling voor waarin de twee energiestromen tegen hetzelfde tarief worden weggestreept.

Bewoners kunnen ook als straat of wijk collectief stroom opwekken en inzetten. Dit kan naast zonnewarmte ook energie door biogas, aardwarmte en wind betreffen.

De balans voor NOM wordt over het hele jaar opgemaakt, want in de winter zal de opwekking minder zijn dan in bijvoorbeeld de zomer, als dat bijvoorbeeld via zonnepanelen gaat.

Wat doen om een huis NOM te maken?
Onderdelen die bij NOM-woningen en panden veelal worden toegepast zijn:

– Muren, vloeren, daken en gevels zijn grondig geïsoleerd

– De ramen zijn voorzien van dubbel hoogrendemenstglas of triple glas

– Voor het regelen en op peil houden van de kwaliteit van de binnenlucht worden ventilatiesystemen ingezet. Meestal met een koppeling aan een warmteterugwinsysteem

– De verwarming verloopt via vloerverwarming of radiatoren, werkend op lage temperatuur (max 55 graden).

– Water voor verwarming wordt meestal geleverd via een zonneboiler of warmtepomp.

– Zonnepanelen zorgen voor stroomopwekking

Deze huizen gebouwen zijn vrijwel altijd voorzien van allerlei intelligente monitoring apparatuur om het energieverbruik en de energieopwekking nauwkeurig te volgen.

Off-grid & zelfvoorzienend wonen
Off-grid is een volgende stap na NOM. Het huishouden of bedrijf wekt dan zelf alle energie op voor het verwarmen, koelen, de ventilatie, het warme tapwater, verlichting en de stroomvoorziening van alle elektrische apparaten en er is zelfs geen gas- of stroomaansluiting op het energienet meer nodig. In dat geval spreek je van geheel zelfvoorzienend wonen.

Energieopslag
Zo’n geheel zelfvoorzienende woning kan alleen worden bereikt als de woning ook is uitgerust met manieren om de zelfopgewekte energie op te slaan omdat de opwekking het hele jaar wisselend is. Dergelijke apparatuur is momenteel vrij prijzig, dus is een aansluiting op het energienet is vaak nog nodig om de ‘gaten’ door bijvoorbeeld zonloze uren op te vullen.

Energieplus wonen
Zelf meer energie leveren dan een woning afneemt van de energieleverancier of zelf verbruikt bestaat ook, in dat geval wordt gesproken van een energiepluswoning.

Wettelijke regelgeving NOM en BENG voor duurzaam bouwen
Momenteel worden bij veel nieuwbouwprojecten woningen opgeleverd die gebouwd zijn volgens het ‘Nul op de Meter’ principe. Dit is echter vanuit de overheid nog geen harde eis. Wél moeten vanaf 1 juli 2020 alle nieuwe woningen en gebouwen voldoen aan BENG (= Bijna Energieneutrale Gebouwen) waarmee wordt aangesloten op de besluiten uit het energieakkoord en de Europese richtlijn EPBD. Voor het aanvragen van omgevingsvergunningen voor overheidsgebouwen gaat deze regelgeving al 1 januari a.s. in.

Verschil NOM en BENG

De termen energieneutraal en bijna energieneutraal (BENG) wekken nog weleens verwarring op. Het verschil zit ‘m in waarvoor de opgewekte energie wordt gebruikt. 

Men spreekt van bijna energieneutraal (BENG) als de energie die zelf wordt opgewekt vervolgens wordt ingezet voor het functioneren van de woning of het gebouw: dus voor verwarmen, koelen, ventilatie en verlichting.

Bij volledig energieneutraal (NOM) voorziet de opgewekte energie ook de stroomtoevoer voor alle apparaten die gebruikers binnen de woning of het pand nodig hebben (elektrische apparaten, wassen, drogen, computers). Gemiddeld is dat per huishouden zo’n 2500 kWh per jaar.

Subsidies voor NOM
Willen woningeigenaren hun huidige woning geheel energieneutraal of bijna energieneutraal maken, dan zijn daar flinke investeringen voor nodig. Deze verdienen zich echter wel de komende jaren terug door de verlaging van de energierekening. Hoeveel het rendement per jaar is, is per huishouden of gebouw verschillend en afhankelijk van het woonoppervlak, de mate van energiegebruik en de kwaliteit van de isolerende en energieopwekkende maatregelen. Om duurzaam wonen te stimuleren, zijn er tegenwoordig wel allerlei BTW-voordelen en gemeentelijke subsidies beschikbaar.

NOM-huurwoningen en de energieprestatievergoeding (EPV)
Om verduurzaming ook in de huursector te stimuleren, is vanuit de overheid de energieprestatievergoeding (EPV) in het leven geroepen. Deze vergoeding spreken verhuurders, zoals woningcorporaties, met huurders af. Met die opbrengsten kan een deel van de investering voor het verduurzamen van woningen in portefeuille tot NOM woningen weer worden teruggekregen. De EPV staat los van de huur en telt niet mee voor huurtoeslag. De hoogte ervan wordt jaarlijks tussen verhuurder en huurder overeengekomen en mag het wettelijke maximum niet overschrijden. Bovendien ontvangt de huurder ieder jaar van de verhuurder een overzicht van zijn energieproductie en verbruik.

Hoe energiezuinig is mijn huis?
Bij bestaande woningen geeft het energielabel aan hoe energiezuinig een huis is. Bij de verkoop of verhuur van een woning moet dit verplicht worden overlegd. De labels lopen van A (zeer energiezuinig) tot G (zeer onzuinig). De Energie-Index, opgenomen via een energieadviseur, is daarbij een uitgebreidere indicator en geeft ook aan wat er bij een woning mogelijk is aan verbetering.

Energieneutraal bouwen is al norm voor nieuwbouw. De overgang naar NOM bij bestaande woningen ligt complexer omdat niet alle woningen geschikt zijn om compleet energieneutraal te maken. Wel kan met duurzame maatregelen een verlaging van het energieverbruik worden gerealiseerd.

EPC wordt BENG
Bij nieuwbouwwoningen wordt momenteel geen energielabel maar een energieprestatiecoëfficiënt (EPC) afgegeven. Het is in feite een norm waaraan de woning moet voldoen. Hoe lager deze waarde, hoe zuiniger de woning. Momenteel is deze waarde voor nieuwbouw verplicht 0,4 en gaat naar 0 vanaf 2021.

Let op: de EPC vervalt per 1 januari 2020 en dan geldt de nog strengere BENG-norm. Deze geeft bovendien veel specifieker inzicht in de energieprestatie van het huis.